Rasechte Dalfsenaar geeft leiding aan stichtingsbestuur
Wim Holsappel is de nieuwe voorzitter van Stichting Tophandbal Dalfsen. Holsappel is sinds jaar en dag een bekende verschijning in Dalfsen en liep al enige tijd mee met de bestuursvergaderingen. Die gaat hij vanaf komend seizoen voorzitten. Holsappel: “Dat half jaar noem ik maar een stageperiode. Ik heb de ins en outs van Tophandbal Dalfsen leren kennen en ben nu klaar om als voorzitter aan de slag te gaan.”
De afgelopen decennia vervulde Holsappel (60) verschillende rollen binnen de Dalfser samenleving. Zo zat hij lange tijd in het bestuur van de Stichting Bierfestival. Die taak voert hij tegenwoordig uit voor Proef Dalfsen, een evenement dat dit jaar voor de vierde keer plaatsvindt.
In de vorige eeuw was Holsappel ruim twintig jaar actief voor voetbalvereniging ASC’62. Daar richtte hij zich voornamelijk op de PR, de communicatie en vervulde hij verschillende bestuursfuncties. Bij de handelsvereniging Ondernemend Dalfsen zat Holsappel zeven jaar in het bestuur en tegenwoordig maakt hij nog deel uit van de Stichting Gemeentepromotie Dalfsen. Allerlei verschillende vrijwilligersfuncties, maar de boterham verdient Holsappel bij Univé. Jarenlang was hij werkzaam in de Prinsenstraat, waar Dalfsenaren hem dus ook tegen het lijf konden lopen.
Handbal
Holsappel is sinds de start van het project Tophandbal Dalfsen, in 2007, betrokken bij de handbalsport in Dalfsen. In eerste instantie namens Univé, als sponsor. “Alles begon toen net professioneler te worden”, vertelt Holsappel. “Het idee erachter sprak me heel erg aan. Gepassioneerde meiden die zich wilden ontwikkelen naar een hoger niveau en daar ook veel voor over hadden. Het project stond toen nog in de kinderschoenen, maar de ambitie was er al.”
“Dat ambitieuze speelsters op 15- of 16-jarige leeftijd huis en haard verlaten om in Dalfsen te komen spelen, dat vind ik prachtig.”
Vanaf het moment dat Holsappel zich als sponsor verbond aan de handbal in Dalfsen, voelt hij zich betrokken. Bij thuiswedstrijden was hij de laatste jaren steevast van de partij en hij maakte de opmars van Sercodak Dalfsen van dichtbij mee. “De speelsters ontwikkelen zich nu op een heel ander niveau dan in het begin. Nu komen ze hier naar toe om de stap te maken naar een buitenlandse competitie. Of het Nederlands team, om een keer mee te doen aan een WK of de Olympische Spelen. Dat ze op 15- of 16-jarige leeftijd huis en haard verlaten om met die ambitie in Dalfsen te komen spelen, dat vind ik prachtig. Maar nóg mooier zou ik het vinden als er vanuit de breedtesport een Dalfser talent doorstroomt naar Tophandbal Dalfsen.”
Investeren
Holsappel benadrukt dat het niet mee valt wat jonge talenten ervoor over moeten hebben om bij Sercodak Dalfsen te slagen. “Ik heb er ontzettend veel respect voor als een speelster van 15 jaar vertrekt uit Limburg of Zuid-Holland. Ze komen hier wonen en gaan hier naar school, terwijl de familie aan de andere kant van het land zit. Daarbij moeten ze flink in zichzelf investeren. Van de club krijgen ze niet betaald. Onderdak, eten, drinken, dat moeten ze allemaal zelf bekostigen. Een aantal speelsters dat hier zo jong begonnen is, speelt nu in het buitenland. Daar kunnen ze er min of meer hun beroep van maken. Op het moment dat zo’n meisje de stap maakt, is dat hartstikke mooi. Daar doe je het uiteindelijk voor.”
Holsappel is duidelijk gepassioneerd door wat er tussen de lijnen gebeurt, maar als voorzitter gaat hij zich voornamelijk bezighouden met het bestuurlijke gedeelte. “Daar liggen echt mijn taken. De vergaderingen met het bestuur van de stichting ga ik bijvoorbeeld leiden. Verder onderhoud ik wel contacten met de gemeente, de Trefkoele en eventueel sponsoren, maar dat zal niet heel intensief zijn. Onze andere bestuursleden, denk aan de technisch manager en de commercieel manager, zitten veel korter op het team. Zij reizen bijvoorbeeld mee naar buitenlandse wedstrijden. Als ik dat al een keer doe, dan is dat een uitzondering.”
“Ik denk niet dat het nodig is om als voorzitter heel dominant te zijn. Je hoeft niet elke keer voor de camera te staan.”
Invulling
Als voorzitter is Holsappel van plan zich naar buiten toe op de vlakte te houden. Hij noemt daarbij PEC Zwolle als voorbeeld. “Over het algemeen hoor je daar de trainer over zaken rondom het elftal en de technisch manager over het aan- en verkoopbeleid. De voorzitter hoor je alleen als de situatie daarom vraagt.” Er zijn ook voorzitters die hun rol anders invullen. Bij Heracles zwaait Jan Smit bijvoorbeeld de scepter en daar denkt Holsappel het zijne van. “Jan Smit is behoorlijk aanwezig. Ik denk niet dat dat nodig is. Je hoeft als voorzitter niet elke keer voor de camera te staan. Je mag je best betrokken voelen, maar om nu na de wedstrijd direct het veld op te gaan, is naar mijn gevoel niet nodig. Dat zie je weinig voorzitters doen.”
De toeschouwers hoeven bij wedstrijden van Sercodak Dalfsen dus niet te verwachten dat Wim Holsappel zich nadrukkelijk laat zien. Maar als de situatie erom vraagt, dan zal de nieuwe voorzitter zich ook zeker niet verschuilen. “Mocht er een keer een calamiteit zijn, dan neem ik mijn verantwoordelijkheid. Maar de dagelijkse taken worden uitgevoerd door professionals, die dat al vanaf het begin doen. Daar steken ze ontzettend veel passie en tijd in, dat doe ik ze niet na.”
Champions League
Holsappel wordt bij Sercodak Dalfsen voorzitter van een club die komend seizoen mogelijk weer actief is in de Champions League, het hoogste Europese toernooi voor clubteams. Op 12 en 13 september speelt de ploeg voorrondewedstrijden in het Noorse Drammen, waar gastheer Glassverket de eerste opponent is. In de tweede wedstrijd is het Hongaarse Györ of het Servische Kragujevac de tegenstander. Een week eerder al start de competitie met een uitwedstrijd tegen Handbal Venlo.
Terwijl de selectie zich voorbereid op de duels in de competitie en de Champions League, is Wim Holsappel klaar om te starten met zijn nieuwe functie. “Ik heb er heel veel zin in om te beginnen. Om weer eens in een andere wereld een bestuurlijke taak uit te voeren. Natuurlijk heb ik me in het verleden ook wel met sport bezig gehouden, maar dit is weer iets heel anders. Bij de Stichting Topsport is alles professioneler, zijn er hogere doelstellingen. Het lijkt me heel mooi om op dit niveau aan de slag te gaan.”